“Er zijn talloze oplossingen om bedrijven beter in te passen in hun omgeving”

Architectenbureau Palazzo lid geworden van Dilas 

Palazzo leverde in 2023 bijna een half miljoen vierkante meters aan logistieke gebouwen op. Daarmee behaalde het de eerste plaats op de lijst van toparchitecten van distributiecentra, datacenters en bedrijfshuisvesting van PropertyNL. “Belangrijker dan dat cijfer is hoe we die logistieke centra inpassen in de steeds schaarser wordende ruimte”, reageert Bas Rollerman, architect en creatief directeur van Palazzo.

Zoals hijzelf als architect deed bij Bleckmann, de logistiek expert voor fashion en lifestyle. Dat bedrijf investeerde in de nieuwbouw van een distributiecentrum van ruim 45.000 vierkante meter in Almelo. Het nieuwe distributiecentrum werd het grootste circulaire fulfilmentcenter van Nederland en een inspirerend voorbeeld van duurzaamheid en innovatie in de logistieke sector. “Het is het eerste, aantoonbaar circulaire logistieke bedrijfsgebouw met uitstekende waarden voor de Milieu Prestatie Gebouwen, de Materialen CirculariteitsIndex en de LosmaakbaarheidsIndex.”

Palazzo, een architectenbureau met 45 medewerkers, verdeeld over drie vestigingen, werd onlangs lid van Dilas. “Een groot deel van ons werk, ik schat in zestig procent, verrichten we in het logistieke en bedrijfsmatige vastgoed. Daarnaast ontwerpen we ook voor woningbouw- en recreatieprojecten.”

Hoe komt de vraag naar logistiek vastgoed bij jullie binnen?
“Dat is heel divers, vanuit verschillende opdrachtgevers. Vaak ontwikkelaars, maar ook eindgebruikers en beleggers. Naarmate de wensen van de opdrachtgevers, hebben we meer of minder speelruimte om iets naar onze hand te zetten. We proberen altijd binnen de bandbreedte van de situatie en de wensen een zo zorgvuldige mogelijk inpassing te maken. Daarbij komen we het ook wel tegen dat er ruimte wordt vrijgegeven aan een zeer groot bedrijf op een locatie die eigenlijk bedoeld is voor kleine bedrijven. Of het nu een kleine of een grote vestiging is, wij gaan met de inpassing zo zorgvuldig mogelijk om. Zeker als het dicht bij bewoond gebied is. Dan kun je bijvoorbeeld door een aarden wal aan te leggen de visuele schaal verkleinen. Of vrachtwagenbewegingen niet aan de kant van de bewoning plaatsen, maar aan de luwe kant. Ook het zoveel mogelijk vergroenen van gevels en waterfiltratie zijn belangrijke punten om mee te nemen. We zorgen er vaak ook voor dat personeel voldoende licht heeft om prettig te kunnen werken en dat medewerkers uitzicht hebben op groen of water. Daarmee creëer je met logistieke vastgoed een fijne werkplek. Ook het toepassen van hout, zoals we dat hebben gedaan bij DHL-distributiecentra samen met mede-Dilaslid Hercuton, onderdeel van Jajo, geeft kwaliteit aan zo’n gebouw.”

Is er ruimte vanuit opdrachtgevers om, zoals bij Bleckmann het geval was, volledig circulair te werken?
“Die ruimte komt er steeds meer omdat bedrijven ook aan duurzaamheidseisen moeten voldoen. Maar ook omdat personeel schaars is en je dus ook als logistiek bedrijf een fijne werkplek moet bieden om een goede werkgever te zijn. Denk aan een goed binnenklimaat, daglicht op de werkvloer en het eerdergenoemde zicht op groen en water.”

Hoe denk jij over de verdozingsdiscussie over logistiek en industrieel vastgoed?
“Je moet niet onderschatten wat de impact van de grootte van gebouwen is en de schaalvergroting die plaatsvindt. Dat moet je onderkennen want het feit dat dat gebeurt, biedt juist ook weer kansen om kwaliteit toe te voegen. Zodat het gebouw natuurlijk in zijn omgeving valt. In plaats van er als doos uit te knallen. Om ons vestigingsklimaat in de toekomst te handhaven, zullen we meer aandacht aan de inpassing van bedrijven moeten besteden. Als handelsland bij uitstek kunnen we niet zonder logistiek. Daarbij zijn we met water-, lucht- en wegvervoer ook nog eens zeer goed ontsloten. Dat alles in een ruimtelijk gezien zeer drukbevolkt gebied. Dan zul je dus over de juiste inpassing van die logistieke stromen moeten nadenken. Meer dan voorheen gaan we dat doen met natuurlijke biobased materialen zoals hout.”

Je begint over hout. Jullie zijn net als Jajo bezig geweest met het toepassen van hout bij de distributiecentra van DHL. Wat zijn de mogelijkheden voor hout?
“Bouwen met hout kost over het algemeen meer ruimte, maar het levert een prettige werkplek op en het houdt CO2 vast. Het is later ook nog weer te verwerken in een ander gebouw. Ook in het nieuw te bouwen distributiecentrum van DHL in Zwolle werken we met hybride systemen van hout, beton en staal. Daar waar het goed toepasbaar is, passen we het toe. Bijvoorbeeld in de spanten van het dak. Ook wij zien volop kansen in het bouwen met hout. We zouden ook graag een kantoor dat helemaal van hout is willen ontwerpen. We zien bij opdrachtgevers dat het toepassen van hout steeds meer bespreekbaar is. Ik verwacht ook dat in de toekomst het gebruik van nieuw staal en beton geprijsd gaat worden. Daarmee wordt het toepassen van hout ook voordeliger. Bij kantoren zie je nu al dat grote bedrijven op OV-knooppunten in een duurzaam pand willen zitten. Omdat ze zichzelf duurzaamheidsdoelen hebben gesteld. Die duurzaamheidsdoelstellingen komen ook bij logistieke centra terecht. Die zullen dus ook meer duurzaam of zelfs circulair worden ontworpen. Daarbij gaat de locatiekeuze ook meespelen. Moet je met je dc in Rotterdam zitten waar je betonnen funderingspalen 25 tot 30 meter de grond in moet slaan of ga je op een locatie zitten waar dat niet hoeft?”

Welke mogelijkheden voor inpassing van logistiek vastgoed zie jij in de praktijk?
“Dat zijn er nogal wat. Of je de mogelijkheden kunt toepassen, hangt af van de lokale context. Maar je kunt aardewallen gebruiken om een dc in het landschap op te laten gaan, bomen kunnen planten om te vergroenen, groengevels kunnen aanleggen en zonnepanelen kunnen plaatsen op het dak om energiepositief te worden. Of dat laatste kan is afhankelijk van de netcongestie in een regio. Het is zonde van de ruimte om een zonneweide aan te leggen. Je kunt zonnepanelen beter aanleggen op daken en zeker op een dak van een groot distributiecentrum. Bij het verduurzamen van het vervoer heb je veel elektriciteit nodig en daar komen die zonnepalen op de daken van centra goed van pas. Een dubbellaags dc kan heel goed werken omdat je daarmee efficiënt omgaat met de beschikbare ruimte, maar dan krijg je wel een gebouw van ongeveer dertig meter hoog. Deze staat natuurlijk beter op de Maasvlakte dan in de nabijheid van een dorp. Hoe dichter je op bewoond gebied zit, hoe meer vergroening een thema wordt. Sowieso vind het ik het een gemiste kans dat bedrijventerreinen geen parken kennen. Vaak heeft ieder bedrijf zijn eigen rechthoek, omzoomd door een hek. Gooi die terreinen open en maak er glooiend verblijfsgebied van. Dat valt dan niet alleen in de smaak bij personeel van die bedrijven, maar ook bij bewoners in de omliggende gemeente.”  

Waarom zijn jullie lid geworden van Dilas?
“Bij Dilas komen diverse logistieke werelden bij elkaar en daar worden kruisbestuivingen gerealiseerd. Wat zijn nu de thema’s die kansrijk zijn om op te pakken en hoe kun je elkaar versterken? Dat vind ik van groot belang. Dat gaat niet alleen over het logistieke proces an sich, maar ook over de inpassing in de gemeenschappen in Nederland. Dat vind ik pure toegevoegde waarde. Daarbij doen we met elkaar waardevolle inzichten op over hoe je kwaliteit aan logistiek en industrieel vastgoed kunt toevoegen. Daar leren wij ook weer van en met die kennis kunnen we bij onze opdrachten scherp zijn op duurzaamheid of zelfs op circulariteit. Let wel, zo’n proces om te komen tot zo’n circulair dc zoals bij Bleckmann gaat niet vanzelf. Het kost heel veel meer energie dan bij een ‘normaal’ dc omdat je met elkaar moet uitvinden hoe je zo’n centrum neerzet. Bouwer VDR, ook lid van Dilas, heeft daar ook een flink aandeel in gehad. Het is pionieren en dat gaat gepaard met een hoop liefde dat je erin stopt. Maar dat doe je met een reden. Die reden is dat je een beter gebouw wilt neerzetten naar de toekomst toe. Zo’n voorbeeld zoals Bleckmann realiseren, heeft ook het voordeel dat het als voorbeeld dient. Het laat zien dat een circulair dc mogelijk is. Als architect moeten we prikkelen. Dat kan mooi met zo’n voorbeeld.”