“Het ontbreekt aan een omgevingsvisie op dc’s”
De visie over waar distributiecentra gebouwd moeten worden en hoe deze er dan uit mogen zien, ontbreekt in Nederland. Dat concludeerden de deelnemers aan het minidebat op de beurs Logistica Next van Dilas en de Vereniging Logistiek Management, dé beroepsvereniging voor logistiek managers en specialisten. “Er speelt een zinloze discussie of we logistiek in Nederland willen hebben. Die zit die visie in de weg.”
Aan de hand van stellingen gingen René Wolters, Managing Director Benelux KNAPP, Elise Gerritsen, directeur HR/IT van Bode Scholten, Merten Nefs, senior onderzoeker Erasmus centra for Urban Port and Transport Economics, en Tim Beckmann, CEO Intospace en bestuurslid van Dilas in gesprek in de Jaarbeurs in Utrecht. De eerste stelling: ‘Megadistributiecentra moeten we niet meer willen. Deze zijn slecht voor de mens en de omgeving.’ Nefs: “De eerste vraag die we moeten beantwoorden is dan wat een mega-dc is. We hebben het in de branche eerder over XXL-dc’s. Dan heb je het over dc’s die meer dan veertigduizend vierkante meter bevatten. Dat loopt op honderdduizend vierkante meter.” Wolters: “Van die van honderdduizend vierkante meter hebben we er heel weinig van. En let wel, we willen allemaal ons natje en droogje, op tijd en liefst vandaag bestellen, de volgende dag leveren. Daar heb je dit soort dc’s voor nodig.” Nefs: “Maar dan graag wel dc’s die aansluiten op de lokale arbeidsmarkt, ingepast in het landschap en netjes geclusterd nabij bedrijven die met dat dc te maken hebben.”
Helder kader aan duurzaamheidseisen
Gerritsen pleit voor een helder kader over waar dc’s mogen komen en hoe deze ingepast worden in de omgeving. “Hoe kijken we naar de ontwikkeling van een gebied? Wat past er dan in onze regio? En welke bedrijven, klein, middelgroot en groot, hebben we dan nodig? Dat alles vertaal je naar een helder kader aan duurzaamheidseisen, de toegevoegde waarde van een vestiging en de vraag op de arbeidsmarkt. Die visie moet je dan ook onder de aandacht van bewoners zien te krijgen. Communiceer dat er in bepaalde fases overlast is van de ontwikkelingen.” Dc’s zijn volgens haar niet weg te denken. “Het is geen luxeprobleem. Dit hoort bij ons handelsland. Daarvoor moet je wel logistiek hebben.” Beckmann verduidelijkt het woord clusteren. “Dc’s zou je juist niet moeten clusteren. Dat is de oorzaak van de nodige discussie. Alleen in een havengebied zou het aan te raden zijn. Maar als je dc’s bij elkaar zet, ben je juist overlast aan het creëren. Spreiden is daarom juist logischer.” Nefs is het daarmee eens: “Als je horizontaal clustert en veel dc’s bij elkaar zet, doe je met zijn allen een beroep op de lokale arbeidsmarkt. Dat kannibaliseert. Verticaal clusteren van bedrijven die van elkaars producten en diensten gebruikmaken, kan wel. Dat is juist een goed idee, vooral in de aanvoerketen.”
Dozen anders neerzetten
Beckmann ziet in de logistieke vastgoedsector veel bereidwilligheid om logistiek vastgoed op een goede manier in te passen. “We vonden in Arjen Lubach onlangs een medestander.” Die slaakte in zijn avondshow een humoristische en persoonlijke hartenkreet over de verdozing van dc’s. “Hij stelde de terechte vraag: ’Is dit nou het land van Johannes Vermeer en Jacob van Ruisdael?’” Beckmann tijdens het minidebat: “Als Dilas staan we ervoor dat we die dozen anders neerzetten. Zodanig dat het mooie gebouwen zijn, landschappelijk ingepast en een aantrekkelijke omgeving om in te werken. Met voorzieningen in groen en recreatie voor het personeel dat er werkt. Kijk naar de mooie voorbeelden die de afgelopen drie jaar zijn neergezet. Dat zijn de mooiste logistieke gebouwen van Europa.”
Next day delivery
“Een visie op hoe ze dc’s gebouwd willen zien, ontbreekt bij overheden”, vervolgt Wolters. “Dat neemt niet weg dat opdrachtgevers zelf er de meerwaarde van inzien en dus bijvoorbeeld dc’s bouwen met een atrium en daarbij veel hout gebruiken. Vanuit een visie over hoe ze een dc als werkplek willen inrichten voor hun medewerkers.” Volgens Beckmann is het een illusie om te denken dat de Nederlander meer is gaan bestellen. “E-commerce is er als kanaal bijgekomen. In absolute gevallen geloof ik niet dat Nederlanders per huishouden meer consumeren. Wel is het aantal leveringen toegenomen.” Nefs: “Door het principe van next day delivery is het aantal bestellingen hoger worden en is het meer nachtwerk geworden voor de arbeidskrachten die de logistieke afhandeling verzorgen.” De impliciete vraag daarachter: moeten we dat mechanisme van veel bestellingen nog wel willen? Ook voor de medewerkers die die bestellingen moeten verwerken midden in de nacht?
Niet elk dc doet hetzelfde
Wolters reageert met een groene kaart op de volgende stelling: liever vier kleinere hubs, dan een mega-distributiecentrum. “Ik ben voor spreiding dichter tegen de eindmarkt aan.” De stelling suggereert volgens Beckmann dat de operatie van een bedrijf dat zich er huisvest te splitsen is. “Maar een groot bedrijf heeft een groot gebouw nodig. Is het voor die onderneming efficiënt om uit vier dc’s aan te leveren? Het is daarom wensdenken dat we dc’s allemaal decentraal kunnen positioneren. Er is een reden dat ze zo groot zijn. Het dc van Bol.com kun je niet splitsen in vijf dc’s. Dan krijg je vanuit meerdere vestigingen bestelbussen naar de steden toe.” Nefs: “Sommige dc’s hebben schaal nodig, anders kun je ze dicht tegen de stad aanzetten. Niet elk dc doet hetzelfde. Ik denk ook dat het soms uit oogpunt van duurzaamheid en het verminderen van de transportbewegingen juist van belang is om te centraliseren.” Vanuit de zaal kwam de conclusie van een de deelnemers dat er vele factoren bij de vestiging van een bedrijf komen kijken. “De organisatievorm, het grondgebruik, verduurzaming, enzovoorts. Bij elke bedrijfsvestiging van enige omvang is dat weer een zorgvuldige afweging waard.”
Plannenmakers in Nederland
Weer een stelling: de verdozing komt door een gebrek aan omgevingsvisie bij de plannenmakers in Nederland. Beckmann: “Vanuit Dilas zie ik dat de sector van logistiek vastgoed van binnenuit aan het veranderen is. Het duurt alleen even voordat je dat terugziet in het landschap.” Nefs: “Het ministerie van VROM was opgeheven, precies in de tijd dat we een grote boom aan dc’s in Nederland hadden. Er was dus geen goed mechanisme om die groei in goede banen te leiden. Nu hebben we wel weer een ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De conclusie is dan ook dat de minister Mona Keijzer daar flink aan de bak kan.” Gerritsen: “Je zou willen dat er op regionaal niveau, in het regionale ecosysteem van ondernemer, regio en gemeente, een gezamenlijke visie ontstaat en dat je die met elkaar deelt. Samen kom je zoveel verder. Dat mechanisme zie ik nog niet ontstaan. Corporates zijn bezig met hun eigen bedrijfsdoelstellingen en het mkb met de waan van de dag. Beide komen ze niet toe aan dit soort visies.”
Tijd verloren
Beckmann constateert dat er tijd is verloren door een “zinloze discussie” over of we logistiek in dit land willen hebben. “We kunnen als land niet zonder. Die discussie heeft ons teruggeworpen. Dat terwijl het zou moeten gaan over de eisen die je stelt aan het logistieke gebouw in diens omgeving. Ik zou het toejuichen als er bij overheden meer kennis en begrip is van onze sector. We kunnen landschappelijke waarde toevoegen, kunnen helpen met het verhogen van de ecologische waarde en we kunnen een deel van het energievraagstuk helpen oplossen. Vanuit dat gedachtegoed hebben we in Tilburg geholpen bij het opstellen van de eisen die je kunt stellen.”
In de afsluiting kwam terug dat de overheden een visie zouden moeten ontwikkelen op het ruimtegebruik en specifiek op hoe logistiek en logistieke gebouwen daarin passen. Daarmee wordt beter duidelijk wat waar gewenst is en welke eisen aan logistieke gebouwen worden gesteld. Dat op Rijksniveau, op regionaal niveau en op gemeentelijk niveau.